Lopersknie

Dr. YVES DEPAEPE

ILIOTIBIAAL BAND FRICTIE SYNDROOM of LOPERSKNIE

ILIOTIBIAAL BAND FRICTIE SYNDROOM of LOPERSKNIE

1.WAT

De tractus iliotibialis is het brede peesplaat aan de buitenzijde van het bovenbeen. Het peesblad loopt vanaf het bekken naar de zijkant van de knie ( tuberkel Gerdy op buitenzijde van scheenbeen). Tijdens het buigen en strekken van de knie, schuurt het peesblad over het uitstekende bot aan de zijkant van de knie (laterale epicondyle). Dit veroorzaakt een chronische ontsteking van het onderliggende weefsel.

Een tractus iliotibialis frictiesyndroom of lopers knie is een veel voorkomende vorm  van kniepijn onder langeafstand hardlopers, bergwandelaars. , triatleten,  …

  1. OORZAAK

Pijn en ontsteking ontstaat omdat het peesblad herhaaldelijk wrijft over de zijknobbel van de knie (laterale epicondyle) en omdat het peesblad door bepaalde situaties te veel onder spanning komt te staan en dus voor extra wrijving zorgt op de zijknobbel.

Voorbeelden van intrinsieke oorzaken: een verschil in beenlengte, onvoldoende kracht van de heup- en bilspieren, positie van de voet (overpronatie), o-benen.

Voorbeelden van extrinsieke oorzaken: versleten schoenen, verandering van loopschoenen, hardlopen aan de buitenkant van de weg, bergop lopen, lopen op oneffen ondergrond, te snel opdrijven van training.

  1. KLACHTEN

Pijn en zwelling aan de buitenzijde van de knie, met soms uitstraling van de pijn tot in het bovenbeen.

De pijn komt meestal opzetten na een bepaalde afstand lopen of bepaalde duur van inspanning, in rust is er meestal weinig pijn.

 

  1. ONDERZOEK
  • Een goed klinisch onderzoek is belangrijk om de pijnplaats aan te duiden. Ook het schuren van het peesblad kan opgewekt worden om de pijn na te gaan (renne test).
  • Echografie kan de ontsteking tussen peesblad en bot vaak goed aantonen.
  • MRI scan kan nuttig zijn bij blijvende pijn. Andere oorzaken van knie pijn kunnen op die manier ook uitgesloten worden.

 

  1. BEHANDELING

 

NIET OPERATIEVE BEHANDELING: de behandeling is in eerste plaats vooral niet operatief!

  • Rust: de sport activiteiten moeten voor een bepaalde periode verminderd of gestopt worden. Pijn is hier een zeer goede indicator om de hoeveelheid belasting te bepalen. Ga niet telkens door de pijngrens, want dit zal het genezingsproces vertragen.
  • Ontstekingsremmende medicatie.
  • Ijs applicaties: 3 tal keer per dag gedurende 15 minuten.
  • Kinesitherapie. Ontstekingsremmende kinesitherapie, aanleren van stretching oefeningen en preventief optrainen van spieren van heup en knie.
  • Steunzool therapie indien stand afwijkingen van het been of de voet.
  • Wissel van schoeisel indien onvoldoende demping of indien de schoenen versleten zijn.
  • Infiltratie met cortisone preparaat, soms wordt ook PRP infiltratie gebruikt.
  • ESWT of shockwave therapie wordt sporadisch ook toegepast.

 

OPERATIEVE BEHANDELING

In hardnekkige gevallen kan een chirurgische behandeling nodig zijn. De operatie gebeurt door een incisie van enkele centimeters aan de buitenzijde van de knie. Er wordt een kleine opening in het peesblad gemaakt zodat er geen wrijving en ontsteking meer kan optreden. Tevens worden alle verklevingen tussen bot en peesblad weggenomen.

 

NARCOSE EN ZIEKENHUISVERBLIJF

De ingreep gebeurt via daghospitalisatie en kan gebeuren via een ruggenprik of korte algemene narcose.

 

  1. REVALIDATIE

Na ingreep blijft het zeer belangrijk om een kinesitherapie schema te volgen om een goed eindresultaat te bekomen.

Gedurende een 4 tal weken wordt een brace gedragen om de wrijving ter hoogte van de operatie zone te beperken.

Fietsen wordt toegelaten na 4 tal weken.

Lopen moet 8 tot 10 weken gestopt worden. Het is belangrijk dat de looptraining nadien heel geleidelijk wordt opgebouwd.

Regelmatig stretchen blijft belangrijk!

 

  1. PREVENTIE – kan ik het voorkomen?

Helaas is het iliotibiaal frictiesyndroom niet altijd te voorkomen. Wel kan het risico verminderd worden door aandacht te besteden aan het volgende:

  • Doe een volledige warming-up vóór en een cooling-down na de training van ongeveer tien tot vijftien minuten. Besteed daarbij voldoende aandacht aan correct uitgevoerde stretching oefeningen.
  • Zorg voor een rustige opbouw van de trainingen, zodat je lichaam zich geleidelijk kan aanpassen aan de extra belasting.
  • Zorg voor goed passende schoenen met aandacht voor goede schok demping, zijwaartse stabiliteit en een optimaal draagcomfort. Vervang tijdig de loopschoenen.
  • Bij stand afwijkingen van de benen of voeten (x- of o-benen, knik-, plat-, of holvoeten) kunnen goede steunzolen blessures helpen voorkomen!
  • Bij het lopen op een weg met schuin aflopend wegdek worden de benen ongelijk belast. Het frictiesyndroom treedt vaker op aan het been dat aan de aflopende zijde loopt. Wissel de looprichting dus regelmatig af.